#8 Fietsen in de Alpen

Het geluk is makkelijker te bereiken per auto dan op de fiets.

Allememaggies wat deed dat pijn… En dan niet mijn knie, hé… Daar heb ik na de operatie eind april weinig last van bij het fietsen. Het was vooral mijn rug. En mijn benen. Zeker ook mijn benen! En er leek geen eind aan te komen. ‘Zou het echt? Het lijkt erop… Ja, verdomd! Na die bocht gaat het toch wéér omhoog!’

Zondag werd ik alleen wakker – Mignon is de kinderen in Nederland aan het ophalen – en ik vond het tijd worden om weer eens écht een stukje te gaan fietsen. Viggo heeft mijn oude MTB gekregen en ik heb mijzelf getrakteerd op een spiksplinternieuwe. Carbon is het nieuwe goud volgens mij, want hij kostte mij een vermogen. Vanaf nu zal alles beter gaan. Afgelopen najaar op die oude al een paar keer een route gefietst en dat gaat niet vanzelf hier. Het is hier of bijna Hollands vlak (van Krimml de Tauernradweg naar Zell am See – of zelfs door tot Passau) of gaat met minsten een stijgingspercentage van 10% omhoog. Door die rottige oude fiets had ik vorig jaar wat moeite met de klimmetjes, maar als mijn knie weer goed is, gaat alles vanzelf. Mag ook wel voor dat geld…

Zondag moest het dan zo zijn. Toen ik wakker werd regende het, maar vanaf de middag zou het weer droog zijn. Niet te warm, veel zuurstof in de lucht; kon niet beter! De route had ik al in de kop. De finish moest bij de Steineralm zijn, want daar wilde ik lunchen. Iedereen die ik gesproken had, was lyrisch over het eten daar – al had ik maar zelden iemand getroffen die er op de fiets heen gegaan was. Het werd mij ook snel duidelijk dat het de eerste keer weer echt fietsen was. Alsof ik bewust afgelopen najaar alles zo goed mogelijk verstopt had, zodat ik nooit meer zo’n ellendige berg op hoefde te fietsen. Toch was ik er rond half één klaar voor. Voor de deur stond ik nog even mijn jasje dicht te maken en zag tot mijn stomme verbazing dat het regende. Alweer regende. De weer-app was er nu ook achter dat het regent en hij zei dat het zou blijven regen. Lekker dan…

Binnen de route nog eens bekeken. Het eerste stuk had ik al eens gefietst en dat begon door het bos en daarna asfalt. Dan zou ik omhoog niet zoveel last hebben van de regen. Nu ik al zoveel moeite had gedaan, moest ik ook maar gaan. Dan kon ik naar benden wel rustig aan doen. Dus een regenjasje aan en gaan. Met de regen viel het mee. Het eerste stuk door het bos geen last en tijdens de beklimming bij Rossberg en het hertenkamp had ik meer last van de regenjas dan dat ik er profijt van had. Jas uit en door! Eigenlijk had ik er wel schik in, al gaven de bordjes onderweg mij steeds weer een naar gevoel: 3D – Dürnbachtal 16,2 km. Volgens mijn kaartje was het ca 12 km en ging de route ‘bis zur Steineralm’. Ligt die in dat dal en moet ik verder? Ondertussen ben ik toch zeker al halverwege? Ik ploeterde voort…

Nadat ik al een paar keer tevergeefs gekeken had of ik niet echt niet nog een blad terug kon schakelen, mijn rug pijn begon te doen en mijn benen begonnen te verzuren, doemde er uit de mist een restaurant op. Eigenlijk had ik geen idee hoever ik gereden had, hoever het was en hoe het eruit zou zien. Wel wist ik dat het restaurant dat ik zag níét de Steineralm was, maar misschien vergiste ik mij? Het zou toch kunnen? Dat het net verbouwd was ofzo? Het bleek om Gasthof Rechtegg te gaan en zij lachte mij toe (of uit…). Niemand zou toch weten dat mijn eigenlijke doel iets (of heel veel) hoger lag? Ze hebben vast ook witbier en een lunchkaart… Toen ik er bijna was, zag ik in de verte allemaal auto’s staan. Zou het daar anders zijn? Zonde als ik dan nu opgeef. Even gaat nog wel… Door de mist doemde een bos op en de route wees mij richting een onverharde weg omhoog: 3D – Dürnbachtal 13,6 km. Het zou toch niet…

Verderop zag ik een hutje en even probeerde ik mijzelf weer voor de gek te houden. Dat ik wist dat dit niet de Steineralm was, kwam doordat ik gelezen had dat een hoogtepunt van de route de ‘Steinerkapelle’ zou zijn. Een kapel had ik nog niet gezien en die had ik ook erg nodig! Niet voor een gebed (dat lukte ook wel op de fiets), maar als excuus om even te stoppen voor een foto. Dus ging ik door en al snel werd de weg vlak. Vol goede moed reed ik door, beetje opschakelen – het kon nooit ver meer zijn. Her en der stonden bankjes richting het dal geplaatst. Hier had ik nu zeker geen behoefte meer aan. Ik rook de stal en door de bewolking kon je nog geen meter het dal in kijken. Onderweg kwam ik allemaal wandelaars tegen en mensen met manden op zoek naar ‘Steinpilzen’. Ik ging door. En door. Ik rook het bier al, hoever kon het nog zijn? Daar om die bocht misschien… Daar ging het weer omhoog. Even een sprintje eruit. En weer omhoog. Eigenlijk ging het opeens alleen nog maar omhoog. Mijn rug, mijn benen… Als ik weer beneden ben vraag ik eerst mijn geld terug voor die fiets. Waardeloos ding. En verder omhoog. Plotseling zag ik een houten schuur met een torentje erop. Sneu kapelletje en zeker niet de moeite om te stoppen. Door! Telefoon, Mignon te horen aan het irritante deuntje. Niet nu, door! Weer dat deuntje, belangrijk dus en dan moet je even stoppen… Kan niet anders! Geen idee wat zij allemaal gezegd heeft, maar opeens was het gesprek afgelopen en probeerde ik weer op mijn fiets te komen. Kansloos, te stijl. Nadat ik lopend tot aan de volgende bocht gegaan ben, kwam ik er weer op.

Het zicht op deze hoogte was maximaal 10 meter, precies ver genoeg om te zien waar de volgende bocht is, maar niet wát er in de volgende bocht is. Vooralsnog vooral stijgend klei. Dan zie ik opeens zo’n prachtig geel bordje die wandelroutes aangeeft: Steineralm, 5 min. Op de fiets nog minder dus, dat betekent dat ik er eigenlijk al ben. Het enige dat ik zie is mist, een hek en… een alm! Zelden zoveel ‘liebe’ voor een alm gevoeld, mijn fiets in het lege rek geparkeerd en ik voelde het respect van de mensen op het terras. Zij zien gewoon een man van middelbare leeftijd die in de regen omhoog gefietst is. Dat ben ik nu ook en dat ik mij onderweg een gepensioneerde IT’er met een bierbuik gevoeld heb, ben ik allang weer vergeten.