#9 Buben

Er is een tijd dat je een zoon hebt en er is een tijd dat een zoon een vader heeft.

Het is nu twee jaar geleden dat Mignon en ik besloten naar Oostenrijk te verhuizen. Die beslissing hebben we niet alleen voor onszelf gemaakt. We namen ook twee katten én twee kinderen mee. Voor onze jongens, Mikai en Viggo van destijds 10 en 12, was het een mededeling. Dat was overigens hun eigen schuld. Toen ik een keer ‘out of the blue’ aangaf dat ‘als we aangenomen waren, we nu al een jaar in Oostenrijk gewoond hadden’ en de oudste reageerde met ‘och, wat jammer’, was de beslissing genomen. Inpakken en wegwezen. Voorwaarde was dat we sowieso een jaar zouden gaan en dan gezamenlijk zouden beslissen of we wilden blijven.

Zo kwam het dat de beide jongens zich op 8 september 2018 om half acht in de kerk van Neukirchen am Großvenediger meldden voor hun eerste schooldag. Beter konden ze niet beginnen! Die eerste weken waren om vele redenen pittig voor de boys. Om te beginnen woonden we toen nog in Königsleiten en werden ze om kwart over zes door een busje opgepikt en naar school gebracht. We hadden daarnaast wel een beetje Duits geoefend, maar volzinnen zaten er nog niet in. Dat had ook geen zin. Al snel kwamen we er achter dat er in Pinzgau alleen maar dialect gesproken werd. Sommigen kunnen niet eens ‘Hoch Deutsch’ en ondanks dat ons medegedeeld was dat de voertaal op school Duits is, had ik na de eerste ouderavond geen idee wat er gezegd was. De boys hadden in Nederland op school en op de Playstation al een aardig woordje Engels geleerd en dat hielp Viggo aardig. Mikai had er niets aan, zijn klasgenoten kwamen niet verder dan ‘goodmorning’. De jongens gingen de eerste week gelijk al meetrainen met de plaatselijke voetbalclub en toen een jongetje na Mikai zijn thuis geoefende vraag ‘Gehst du auch nach die Neue Mittelschule?’ hem aankeek of die water zag branden, brak mij hart wel even.

Die eerste drie maanden vroegen we dagelijks hoe het was op school en we kregen dagelijks hetzelfde antwoord: ‘Geen idee, niets verstaan…’. De dagen waren lang. Zoals gezegd om kwart over zes met het busje en dan waren ze op sommige dagen pas om vier uur uit. Driemaal in de week reden we om kwart voor vijf de pas af naar Neukirchen, waar Mikai om half zes training had. Dan reed ik met Viggo door naar Mühlbach, waar om zes uur zijn training begon. Om zeven uur haalde ik Mikai dan weer op, om half acht Viggo en dan terug de pas op. Thuis eten en naar bed. Tot overmaat van ramp duurde het zeker ook nog twee maanden voor ze aan voetbalwedstrijden mee mochten doen.

Begin december verhuisden we naar Neukirchen en je merkte dat het langzaam beter ging. Ze hadden beiden al vrienden, maar waar Viggo al helemaal geaccepteerd was in de groep, was dit voor Mikai moeilijker. Hij kon nog maar amper communiceren met de andere kinderen, werd getest en gepest en leek mij vrij eenzaam op voetbal. Naar mijn idee zou het dan ook zo op school gaan. Die eerste Kerstvakantie kwam dan ook als geroepen, alhoewel toen vooral de heimwee toesloeg. Het was erg bijzonder dat je zag dat bij Viggo de taal stapje bij beetje beter ging, maar Mikai na deze vakantie van de ene op de andere dag vol Pinzgaurisch sprak! We hadden half december een etentje met kennissen gehad en die zouden later zeggen dat hij toen al alles kon volgen. Ik heb nog steeds geen idee wat ze allemaal uitkraamden…

De winter was begonnen, de liften draaiden, er was extreem veel sneeuw gevallen en we begonnen allemaal te genieten van onze nieuwe omgeving. Op school werden ze in het begin niet beoordeeld op alle vakken, maar ook dat veranderde langzaam. Eerst wiskunde en Engels, later deden ze vol mee met natuurkunde, scheikunde en biologie. Beiden hadden ze een Nederlands klasgenootje die tegelijk in Neukirchen waren komen wonen en met wie ze extra Duitse les kregen. Ze hadden ski week van school en een wintersportdag, waarbij de ‘Einheimischen’ ze even lieten zien hoe je skiet, langlauft en met een sleetje naar beneden gaat! Gelukkig is voetbal hier volkssport nummer één en laten de Hollanders nou prima met een bal overweg kunnen… Ze hadden hun plekje gevonden en de eerste logeerpartijtjes waren een feit. Voor ons allemaal een hele zorg minder.

Ondertussen was het mei en we hadden rekening te houden met een opzegtermijn van drie maanden voor de huur van ons appartement. Dus mochten we ervoor kiezen om terug te gaan, dan moest dat voor 1 juni en waren we in september weer in Nederland. We hadden een tip gekregen dat je lekker kun lunchen bij Gasthof Friedburg en we hadden daar een prachtig uitzicht over het dal dat ons nieuwe ‘thuis’ kon worden. Ik had pen en papier mee, kon alle voors en tegens noteren en vroeg wie als eerste wat wilde zeggen. Geen reactie, dus nam ik het woord. Na een – uiteraard ruim – betoog, waarin ik aangaf waarom ik graag zou willen blijven, gaf ik het woord aan Mignon. Zij had vooral een emotioneel verhaal over sleur, vrijheid en geluk. Toen Viggo het woord kreeg, brak hij gelijk. Hij wilde heel graag terug, maar moest er niet aan denken om dan afscheid te moeten nemen van zijn nieuwe vrienden. ‘Als jij hier gelukkig bent, mam, dan moeten we maar blijven.’ Mikai was daarop kort en duidelijk: het is al 3 tegen 1, dus het heeft toch geen zin wat ik zeg. Gelijk daarop werden de schnitzels geserveerd en ik heb hem er nooit meer over gehoord.

Zo kan het dus zijn dat ik hier nu op mijn balkon, samen met de kat, zit te genieten van een prachtig uitzicht en dit stukje schrijf. Ons tweede jaar is voorbij gevlogen. Het laatste jaar van Viggo op de ‘Neue Mittelschule’. Een bijzonder jaar, omdat we een huis gekocht hebben. Omdat ook hier het Corona-virus opdook. Omdat niets meer de eerste keer was, maar toch nog alles nieuw lijkt. Met de jongens gaat het wel goed, durf ik te zeggen. Mikai is bont en blauw, omdat hij dit weekend in de afdaling van de Wildkogel vol op zijn bek gegaan is. Hij liep de kantjes er wat vanaf op school, omdat ‘iedereen toch al over is’. Dat corrigeerde hij vliegensvlug toen de consequentie bleek dat de Playstation uitbleef en nu verheugd hij zich vooral op de zomervakantie. Zijn vrienden in Nederland opzoeken.

Viggo kan ook niet wachten tot ze met oma op de trein stappen. Hij had even iets teveel tijd om na te denken tijdens de Corona-tijd. Tot grote schrik van vooral moeders, blijkt het hier vrij normaal te zijn om op je veertiende op internaat te gaan. Viggo wilde naar Tamsweg, al snel tweeëneenhalf uur reizen en zou dan alleen in het weekend thuis zijn. Na weken vooral online contact met de (Nederlandse) buitenwereld, had hij bedacht dat hij met zijn vriend Sam naar de middelbare school in Groningen wilde. Hij kon vast wel bij oma wonen… Hoe sneu ook, voor ons was dit geen optie. Het compromis werd een school in Bramberg, zeven kilometer verderop. Dan was hij thuis als de familie een keer op bezoek kwam. Hij blij, moeders heel blij.

Toen ik net de afwasmachine aan het inpakken was, kwam hij de keuken in. Meneer heeft mega de baard in de keel en bromde dat hij graag een kopje koffie wilde. ‘Met suiker en een beetje melk, graag.’ Opeens besefte ik mij dat, alhoewel hij niet naar Nederland of Tamsweg gaat na de zomer, mijn kind al wel vertrokken is. We hebben een tweede kerel in huis.